Auteur: Erik Bierman

'Van jou had ik het helemaal niet verwacht'

Voor het boek ‘De Entrepenerds uit Leusden’ werd collega Erik Bierman door Pieter Webeling geïnterviewd om zijn verhaal te vertellen. Het werd een zeer persoonlijk verhaal over zijn identiteit.

Een goede sales kleurt mee met zijn omgeving – door een bepaalde rol aan te nemen. Het is een wonderlijk evenwicht tussen jezelf zijn en een kant van jezelf vergroten of verkleinen, al naar gelang wat de situatie vraagt. Het is het principe van de acteur, denk ik.

Ik kwam uit de kast in 2001. Acht jaar later kwam ik bij AFAS, en ik merkte dat ik weer ín de kast ging. Omdat de cultuur super-heteronormatief was, sterk gericht op huisje-boompje-beestje. Iedereen was ook blank. Of vrijwel iedereen. En veel gelovige mensen, veel meer dan nu. Andersgeaarden waren redelijk nieuw, die kenden ze eigenlijk niet. Het was al snel een zonde. Ik was echt een vreemde eend in de bijt. Dat vond ik eng. Daarom hield ik dat deel van mij verborgen, ook omdat ik bang was dat mijn geaardheid mijn persoon zou overstemmen.

‘Wie is Erik?’
‘Jaaa, die homo.’
‘O, híj.’

Ik heb me niet anders voorgedaan. Ik was nog steeds de blije, enthousiaste Erik die nu voor je zit. Vóór 2001 had ik me aangeleerd om in al mijn doen en laten hetero te zijn en desnoods te liegen over meisjes. Dat vormt je ook, hè. Laat ik maar binnen het plaatje passen. Als het over mijn thuissituatie ging, bleef ik aan de oppervlakte, zo van: ik ben alleenstaand, de ware ben ik nog niet tegengekomen. Het kon ook makkelijk, want in die tijd was ik nog consultant en vaak op pad.

Op een dag liet ik aan mijn toenmalige directeur ontvallen dat ik homo ben. Die was met stomheid geslagen. Zo zie je d’r helemaal niet uit. Da’s een klassieker, hè. Van jou had ik het helemaal niet verwacht. Dat reken ik AFAS zelf niet aan, dat is de heteronormatieve samenleving waarin we leven. Sommige collega’s zeiden: ‘Het is wel fijn dat we aan jou niet kunnen zien dat je homo bent, want je hébt types...’ Vroeger was ik er trots op als mensen dat tegen me zeiden. Nu zeg ik: wacht heel even, we leven toch in een samenleving waarin ieder persoon zichzelf mag zijn? Dat streven we als AFAS toch ook na?

Als consultant heb ik wel keuzes gemaakt – door niet naar bepaalde klanten te gaan. Ik was een keer een klant met een reformatorische identiteit. Zij waren vanuit hun religieuze overtuiging heel boos over de T-shirts van de Hema die speciaal voor de Gay Pride waren gemaakt: twee Hema-worsten naast elkaar, met een rood hartje ertussen. Ik zei tegen Bas, onze CEO, dat ik daar niet meer heen wilde. Hij zei: ‘Dat respecteer ik, dat is je goed recht.’

Vrienden zeiden toen: waarom ga je niet gewoon weg bij AFAS? Maar wat me aan dit bedrijf juist zo aantrekt is: de geweldige sfeer, de onderlinge band. Vrijwel iedereen die hier werkt heeft een enorme intrinsieke motivatie om met heel veel plezier zijn werk te doen voor AFAS en haar klanten. Mijn collega’s zijn stuk voor stuk leuke, eerlijke, enthousiaste, innemende mensen. En ja, sommigen hebben een achtergrond waar ik mijn vraagtekens bij zet omdat ze mijn geaardheid, wie ik ben, niet kunnen rijmen met hun geloof. Er waren collega’s die met hun kerkoudste hebben overlegd: ‘Erik leeft in zonde, mag ik wel met hem omgaan?’ Het antwoord van die kerkoudste, naar ik begreep, was dat deze collega’s prima zelf konden beoordelen of mijn levensstijl al of niet rein was.

In de loop der jaren, zeker na mijn coming-out, heb ik er een persoonlijke missie van gemaakt om zulke mensen een inkijkje te gunnen in mijn leven. Mijn vorige partner is twee keer mee geweest op een AFAS-uitje. Hij vond het fantastisch, voelde zich superwelkom. Ook daar wilden reformatorische collega’s gewoon kennis maken, want: wie is nou die significant other? Wie hoort er bij Erik? Ik denk dat verschillende collega’s van gereformeerde huize niet het opgelegde beeld van de kerkelijke leer hebben gevolgd, maar de ruimte hebben genomen om zelf een mening te vormen. Omdat ze mij toch als prettig persoon ervoeren. Binnen de humaniteit van hun geloof hebben ze die ruimte ook gevonden – om ‘gewoon’ met mij om te gaan. Dat is mooi. Dat is krachtig. Dat noem ik vooruitgang.

Op een dag hing onze CEO overal regenboogvlaggen bij de ingang van het AFAS-gebouw. Had-ie aan niemand verteld. Deed-ie gewoon – omdat het Gay Pride was. Ik was apetrots. Echt: apetrots. Dat zei ik hem ook. Ik merk dat het me nog steeds raakt. Onze intranetpagina had ineens ook een regenboog-banner. Wat gebeurde er? Ik werd bijna belaagd. Waar is dit nou goed voor? We zijn toch al hartstikke prima? Ik geloof dat ze het een beetje als provocatie zagen. Ik zei: de regenboogvlag is helemaal niet een symbool voor homoseksualiteit. Die staat voor: omarm elk mens zoals die is. In alle soorten en maten. In alle kleuren, geloven, identiteiten en geaardheden.

Ik appte onze CEO dat ik nog steeds apetrots was, maar dat we het beter moesten uitdragen. Daar kon hij zich helemaal in vinden. Ik denk dat AFAS een geweldige ontwikkeling heeft doorgemaakt. Er is nu een bewustzijn van: we zijn niet alleen maar mensen uit de regio, we zijn mensen van de wereld. Dat maakt de organisatie kleurrijker, authentieker, vrijer en creatiever.

Wil je weten hoe we bij AFAS werken aan gelijkheid, inclusiviteit en diversiteit? Neem een kijkje op afas.nl/diversiteit.

Meer lezen?